De stelling klinkt in eerste instantie misschien logisch. Woningbezitters hebben een eigen woning die (deels) meetelt bij het eigen vermogen. Vooral de afgelopen jaren zijn deze woningen behoorlijk in waarde gestegen. De cijfers van het CBS die uitwijzen dat woningbezitters meer vermogen hebben dan huurders, worden echter gebaseerd op het vermogen exclusief de eigen woning! Dat betekent dat de woningbezitters over het algemeen een veel groter vermogen hebben dan huurders, zonder dat het eigendom van de woning wordt meegerekend. Hoe zit dat?
Waar zit dat vermogen?
Zowel woningbezitters als huurders blijken geld op hun betaal- en spaarrekeningen te hebben. Sommigen hebben daarnaast ook nog effecten, zoals aandelen of obligaties. De waarde van deze gelden en effecten lopen echter behoorlijk uit een. Zo blijken woningbezitters hier ruim 6,5 keer zo veel in waarde van te hebben, volgens de cijfers van het CBS. Daarnaast hebben woningbezitters vaker andere bezittingen, zoals onroerend goed (naast hun eigen woning) en bedrijfsvermogen. Ten slotte blijken woningbezitters minder vaak een studieschuld te hebben. Dat is misschien niet zo gek, want deze worden in veel gevallen afgelost voordat de eigen woning wordt aangekocht.
Betekent dat dat huurders geen eigen vermogen kunnen opbouwen? Natuurlijk niet. De cijfers wijzen echter uit dat (ongeveer) slechts 40% een eigen vermogen van boven de €5000 euro hebben opgebouwd. Bij woningbezitters was dit percentage ongeveer 82%. Bovendien worden de cijfers ook mede opgebouwd uit huurders en woningbezitters met een vermogen van €100.000 euro of meer, welke groep ook fors hoger is bij de woningbezitters. Bovendien zijn hogere vermogens voornamelijk te vinden bij 65-plussers.
Hoe start je met vermogen opbouwen?
Niemand verwacht dat je een immens groot vermogen hebt als 20-er of 30-er. Dat betekent alleen niet dat je er niet al mee bezig kan zijn. Daarbij maakt het niet uit of je je woning hebt gekocht of huurt. Een goede financiële planning is daarbij onmisbaar. Je dekt daarbij aan de ene kant bepaalde risico’s af. Denk daarbij aan het overlijden van je partner of het wegvallen van inkomen als ondernemer.
Je verdeelt aan de andere kant een deel van je inkomsten in een of meer investeringen. Je maakt daarbij van tevoren een goede inschatting van het risico dat je kan en wil lopen. Dit deel van je inkomsten kan je natuurlijk op de spaarrekening zetten. Je loopt dan bij de meeste banken geen risico tot €100.000 door het depositogarantiestelsel. Aan de andere kant ontvang je geen of bijna geen rente. Lees hier verder over andere manieren om vermogen op te bouwen.
Een woning kopen
Is het altijd beter om een woning te kopen dan te huren? Nee, niet altijd. Naast de vraag of je een hypotheek kunt krijgen, spelen er ook andere zaken mee. Wil je hier meer over weten? Neem dan contact met ons op.